PTV, verder uitgelegd

Voor het maken van een PTV heeft een wedstrijd organisatie de keuze uit 36 hindernissen van de FITE. Elk land kan eigen hindernissen toevoegen als zijn dat voor de nationale competities willen.

Al deze hindernissen zijn gebasseerd op situaties die je kunt tegen komen bij een lange tocht of trektocht.
Om de hindernissen universeel te kunnen beoordelen zijn zij wel gestileerd en zijn er internationale beoordelings criteria voor gemaakt.

Het parcours word meestal niet voor een wedstrijd bekent gemaakt. Dit omdat je tijdens een trektocht ook niet zou weten welke lastigheden je tegen zult komen.
Het is daarom de bedoeling dat je thuis alle vaardigheden probeert te leren met je paard en zul je soms een beetje pech hebben op een wedstijd dat je net niet jou beste hindernissen moet doen.

Als je om welke reden dan ook een hindernis niet wilt nemen mag je deze over slaan zonder uitgesloten te worden.
Het enige wat je dan wel moet doen is naar de jury van de hindernis toe rijden, stil gaan staan en je afmelden. Wacht altijd heel even op een teken van de jury dat hij je begrepen heeft voordat je door rijdt. Dit om misverstanden te voorkomen.

Tijdens een wedstrijd is er een maximum tijd voor je parcours. Als je sneller rijd levert dit geen strafpunten op maar bij te langzaam krijg je per 4 sec 1 strafpunt.


Lijst van FITE hindernissen:

  1. Low branches (Laag hangende takken)
  2. Bank (Wal)
  3. Driving with one hand, figure of eight (Figuur 8 met één hand)
  4. In-hand corridor (Smalle doorgang, aan de hand)
  5. Ridden corridor (Smalle doorgang, gereden)
  6. In-hand drop (Afsprong, aan de hand)
  7. Ridden drop (Afsprong, gereden)
  8. In-hand step-up (Opsprong, aan de hand)
  9. Ridden step-up (Opsprong, gereden)
  10. Dip (Kuil)
  11. In-hand staircase down (Trap af, aan de hand)
  12. Ridden staircase down (Trap af, gereden)
  13. In-hand staircase up (Trap op, aan de hand)
  14. Ridden staircase up (Trap op, gereden)
  15. In-hand ditch (Sloot, aan de hand)
  16. Ridden ditch (Sloot, gereden)
  17. Water crossing (Waterpassage)
  18. Hedge (Heg)
  19. Immobility (Onbewegelijk stil staan)
  20. Immobility ridden (Onbewegelijk stil staan, onder de man)
  21. In-hand S-bend test (Labyrint, aan de hand)
  22. Ridden S-bend test (Labyrint, gereden)
  23. Mounting (Opstijgen)
  24. Path crossing (Dubbel sprong)
  25. In-hand footbridge (Brug, aan de hand)
  26. Ridden footbridge (Brug, gereden)
  27. Leading up an incline (Helling op, aan de hand)
  28. Riding up an incline (Helling op, gereden)
  29. Leading down an incline (Helling naar beneden, aan de hand)
  30. Riding down an incline (Helling naar beneden, gereden)
  31. Gate (Poort)
  32. Ridden rein-back (Achterwaarts, gereden)
  33. In-hand rein-back (Achterwaarts, aan de hand)
  34. Slalom (Slalom)
  35. Tree trunk in ridden (Boomstam, gereden)
  36. Tree trunk in-hand (Boomstam, aan de hand)

Bij de FITE zijn de hindernissen nu in groepen opgedeeld waarbij de hindernissen die op een soortgelijke manier beoordeeld worden in 1 groep zitten.

Dat houdt in dat alle gereden sprongen nu in 1 groep zitten, maar ook alle aan de hand hindernissen.
Zo zijn er 5 groepen gemaakt.